direct naar inhoud van Artikel 10 Algemene afwijkingsregels
Plan: Kerkweg 17, Reeuwijk-Dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1901.12Kerkweg17-BP80

Artikel 10 Algemene afwijkingsregels

10.1 Algemene afwijkingsregels ten behoeve van geringe afwijkingen

Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels een omgevingsvergunning kan worden verleend, zijn burgemeester en wethouders bevoegd een omgevingsvergunning ter afwijking te verlenen van de desbetreffende bepalingen van het plan voor:

  • a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%;
  • b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.

10.2 Afwijkingsbevoegdheid mantelzorg

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken ten behoeve van het gebruik van het bestaande hoofdgebouw of de bestaande bijgebouwen als tijdelijke woonruimte bij de woning ten behoeve van mantelzorg met dien verstande dat:

  • a. het maximaal aantal woningen op het bouwvlak niet mag toenemen;
  • b. het oppervlakte van het bijgebouw dat wordt gebruikt als tijdelijke woonruimte niet meer dan 60 m² mag bedragen;
  • c. de woning bij gebruik door twee huishoudens een duidelijke uitstraling dient te hebben van één woning met eventueel bijgebouwen;
  • d. er geen extra inritten of bruggen mogen worden aangelegd;
  • e. de woning maximaal één toegang mag hebben;
  • f. de zorgbehoefte moet zijn aangetoond via een indicatiebesluit of een verklaring van de GGD, met uitzondering van zorgbehoevenden ouder dan 75 jaar;
  • g. bij beëindiging van de mantelzorg het gebruik van de woning, aan- of uitbouw of bijgebouw als tijdelijke woonruimte wordt beëindigd.

10.3 Voorwaarden

De in 10.1 en 10.2 genoemde afwijkingen mogen slechts worden verleend indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. Voorts dient de stedenbouwkundige waarde van de omgeving te zijn gewaarborgd.