direct naar inhoud van Artikel 7 Kantoor
Plan: Bedrijventerreinen Zuidrand Bodegraven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1901.12Bedrterzuidrndbd-BP80

Artikel 7 Kantoor

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Kantoor aangewezen gronden zijn bestemd voor kantoren met de bijbehorende voorzieningen zoals tuinen, erven, groen, parkeervoorzieningen, paden e.d.

7.2 Bouwregels

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming.

7.2.1 Gebouwen

Hoofdgebouwen dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. het bebouwingspercentage van het bouwvlak is 100;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' met deze aanduiding is aangegeven;

7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:

  • a. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen mag ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' niet meer bedragen dan 2 m en daarbuiten niet meer dan 1 m;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 m.

 

7.2.3 Afwijkingenregeling

In afwijking van het voorgaande geldt voor bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd krachtens een bouwvergunning, het volgende: indien en voorzover de bestaande maatvoering en/of oppervlaktes en/of situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de genoemde maxima, danwel minima overschrijden, geldt de bestaande maatvoering als maximum respectievelijk minimum.

7.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 7.2.2 teneinde voor erf- en terreinafscheidingen buiten de aanduiding 'bouwvlak' en buiten de aanduiding 'bijgebouwen' een bouwhoogte toe te staan van maximaal 2 m, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. uit veiligheidsoverwegingen en/of beveiligingsoogpunt van het bedrijf/ de instelling is de verhoging noodzakelijk;
  • b. tenminste het deel van de erf-/ terreinafscheiding tussen 1 m en 2 m hoogte dient een open constructie te zijn;
  • c. het uitzicht wordt niet dusdanig belemmerd dat daardoor de verkeersveiligheid in gevaar wordt gebracht;
  • d. de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast.