Door adviesbureau Watersnip Advies[3] is vervolgens onderzocht waar in de omgeving de noodzakelijke compensatie gerealiseerd kan worden. Het onderzoek vergelijkt een vijftal mogelijke locaties die ingericht kunnen worden als weidevogelgebied. Het rapport concludeert dat de locaties van de sierteeltbedrijven Verweij en Olieman het meest geschikt zijn voor de compensatie.
Het herinrichten van beide sierteeltbedrijven levert naast een oppervlakte van in totaal 3,18 ha nieuw weidevogelgebied ook een significante kwaliteitsverbetering op voor weidevogels in de omgeving.
Natuurcompensatiekaart Watersnip
Na combinatie van de twee locaties wordt echter nog niet voldaan aan de 4 ha. eis vanuit het rapport opgesteld door Waardenburg. Het is daarom noodzakelijk om aanvullende maatregelen te nemen om te kunnen voldoen aan de compensatieverplichting. Deze aanvullende maatregelen bestaan uit het verbeteren van de kwaliteit van bestaand weidevogelgebied in de nabijheid van de genoemde sierteeltbedrijven, door maaien ná 15 juni, waardoor de dichtheid aan weidevogels binnen het gebied kan toenemen. Door het beheer van een oppervlakte van tenminste 4 ha te optimaliseren, kan worden verwacht dat per 2 hectare gemiddeld één paar Grutto extra tot broeden komt. In combinatie met de herinrichting van de sierteeltbedrijven wordt dan voldaan aan de compensatieverplichting.
De compensatie houdt dus in aankoop van twee sierteeltbedrijven en het maken van beheersafspraken van omliggende terreinen. Op de afbeelding van Watersnip zijn de sierteeltbedrijven aangegeven met een rood kader. In de blauwe vlekken moet gezocht worden naar agrarisch gebied waar het beheersregime wijzigt. Watersnip geeft in haar rapport de randvoorwaarden waaraan de herinrichting van de sierteeltbedrijven tot weidevogelgebied en het gewijzigd beheer aan moeten voldoen:
- Er moet een contract zijn voor minimaal 30 jaar of er moet erfdienstbaarheid gevestigd worden op het perceel, zodat continuering van de functie als weidevogelgebied ook in de toekomst verzekerd blijft.
- Er moet beheerssubsidie komen voor de percelen, bijvoorbeeld door opname in het Natuurgebiedsplan, zodat voldoende zicht is op duurzaam natuurbeheer.
- Er moet een adequaat herinrichtingsplan voor de percelen komen, opgesteld door een ecologisch adviesbureau, om de kwaliteitseisen te waarborgen.
Watersnip heeft tenslotte onderzocht of de wijziging van de bedrijven van sierteelt naar weidevogelgebied ook nog nadelige effecten heeft voor de aanwezige flora en fauna. Buiten de algemene zorgplicht en het controleren op broedplaatsen bij werkzaamheden tijdens het broedseizoen ontstaat er geen nadelig effect voor de aanwezige flora en fauna.
Voor het plangebied is een ontwerpplan compensatie Natuur en Landschap en een Quick-scan flora en fauna opgesteld. De Quick-scan heeft potentiële beschermde soorten geïnventariseerd en gevolgen t.a.v. nabijgelegen natuurgebieden.
De gunstige staat van instandhouding is bij geen van de beschermde soorten in het geding. De Quick-scan constateert wel nadelige gevolgen ten aanzien van smienten, zij het een zeer beperkt verstorend effect van 0,1% op de totale populatie. Als gevolg van het nadelig effect is een vergunning ex art. 19d in het kader van de natuurbeschermingswet 1998 noodzakelijk.
Voor de verstoring van de beschermde soorten dat als gevolg van de werkzaamheden plaats zal vinden is een ontheffing bij het Ministerie van LNV aangevraagd. Het Ministerie heeft de ontheffing onder voorwaarden verleent. De voorwaarden omvatten maatregelen om de nadelige effecten tijdens de aanleg van de weg te minimaliseren alsmede verplichte natuurcompensatie.
Voor de verplichte natuurcompensatie is het rapport berekening natuurcompensatie oostelijke rondweg Boskoop opgesteld door bureau Waardenburg. De conclusie van dit rapport luidt dat 4 ha weidevogelgebied gecompenseerd moet worden. Deze 4 ha betreft optimaal ingericht weidevogelgebied, waarbij de inrichtingseisen in het rapport vermeld zijn.
De verplichte compensatie is uitgewerkt in het rapport natuurcompensatierapport door Watersnip. De gemeente Boskoop en Reeuwijk gaan op basis van de voorstellen het rapport de noodzakelijke compensatie nader uitwerken.